Liefdevoller dan ooit
De sjiieten vormen een minderheid in Afghanistan. Ik werd geboren bij sjiitische ouders. Ze
noemden mij Hassan, wat ‘aardig, lief, behulpzaam’ betekent.
Tot bloedens toe
Toen ik drie jaar oud was werd mijn vader vermoord door de taliban. Mijn moeder moest
vluchten naar Iran, maar ze kon mij niet meenemen. Ik behoorde namelijk mijn oom toe die
een soenniet was. Ik zou daar 5 jaar wonen.
Dit was werkelijk de verschrikkelijkste tijd van mijn leven. Mijn oom sloeg mij tot bloedens
toe. Op een dag sloeg hij zelfs mijn schedel kapot, en ik had nergens een plek waar ik heen
kon, waar ik rust kon vinden.
Vluchten
Doordat ik hersenschade opliep, kan ik me van deze periode niet zoveel meer herinneren.
Mijn oom was gokverslaafd en verspilde daar veel geld mee. Toen hij op een gegeven
moment blut was, besloot hij mij in te zetten als prijs. Een broer van mijn moeder zag hoe
slecht ik er aan toe was en hielp me vluchten achter mijn moeder aan naar Iran. Ik was toen
acht jaar oud.
Bij mijn moeder
Maar eindelijk, na veel onderdrukking, zou ik rust vinden bij mijn moeder in Iran. Mijn
moeder had ondertussen een nieuwe man. Het was tijd om een nieuw bestaan op te bouwen
samen met hem en mijn moeder.
De nieuwe man van mijn moeder had ook een dochter. Hij gaf veel om haar, en zag mij als
een bedreiging voor haar. Hij zette me uit huis, weg van mijn moeder, en opnieuw vond ik
geen rust.
Schuldig
Terwijl ik rondzwierf door Iran (Afghanistan was te gevaarlijk voor mij) hoorde ik dat de
taliban mij gezocht had bij mijn oom. Omdat ze mij niet vonden namen ze de dochter van
mijn oom mee. Om uit handen van de taliban te blijven pleegde zij op twaalfjarige leeftijd
zelfmoord. Mijn oom houdt me nog altijd schuldig voor de dood van zijn dochter.
Rust
Mijn leven was een puinhoop. Totdat er iets veranderde. Toen ik zeventien jaar oud was,
vluchtte ik naar Nederland en kwam ik in een asielzoekerscentrum terecht. Twee Afghaanse
mensen daar namen me mee naar de kerk: ICF Utrecht.
Vanaf dat ik in Nederland aangekomen was, ging alles beter: ik kreeg de benodigde
hersenoperatie, was van mijn hoofdpijn af, en de mensen van de kerk behandelde me
liefdevoller dan ooit iemand mij behandeld had. Maar nog belangrijker, in de kerk vond ik
eindelijk rust. In Jezus Christus. Die me steunt en Die altijd bij me is.